CLAIRE: Clean Air for Everyone
Hoewel ventilatie en luchtreiniging kunnen bijdragen aan het terugdringen van de verspreiding van het SARS-CoV-2 virus via de lucht, is het niet bekend waar ventilatiesystemen en luchtreinigers aan moeten voldoen om effectief besmettingen te voorkomen.
Binnen dit onderzoekproject wordt de effectiviteit van verschillende interventies met ventilatie en luchtreiniging onderzocht. Eigenschappen van luchtreinigers en ventilatiesystemen (luchtverversing, luchtstromingspatronen) worden onderzocht, terwijl aerosolen en (infectieus) SARS-CoV-2 virus in de lucht worden gekwantificeerd. Naast de bouwkundige, technologische, en virologische aspecten, worden ook de haalbaarheid en aanvaardbaarheid van de interventies onderzocht.
Het onderzoek vindt plaats in praktijksituaties op basisscholen en in verpleeghuizen. Het project bestaat uit twee aparte werkstromen, die onderling sterk verbonden zijn door het toepassen van gezamenlijke interventiescenario’s en meetstrategieën in dezelfde context. In de eerste werkstroom wordt experimenteel onderzoek opgezet naar de prestaties van ventilatiesystemen. De tweede werkstroom richt zich op de recente ontwikkelingen rond mobiele luchtreinigingsapparaten, waarvoor verbeterde evaluatie- en validatiemethoden worden ontwikkeld. Het onderzoek houdt rekening met de afhankelijkheden in werking tussen ventilatiesystemen en luchtreinigers. Tijdens interventie- en controlescenario’s wordt de binnenlucht bemonsterd, waarin (infectieus) SARS-CoV-2 en andere mogelijke ziekteverwekkers worden bepaald.
Deze publiek-private samenwerking levert een wetenschappelijke basis op om ventilatiesystemen en luchtreinigingsapparatuur tijdens verschillende interventiescenario’s te evalueren. Het inzetten en valideren van effectieve binnenlucht interventies die voor de gebruiker acceptabel en bruikbaar zijn is van groot belang voor de Nederlandse samenleving: niet alleen voor toekomstige golven van SARS-CoV-2 varianten, maar ook als voorbereiding op toekomstige pandemieën.
Dit onderzoek is een intitiatief van Universiteit Utrecht, TNO en Technische Universiteit Eindhoven.